De vraag hoe een slot werkt, is gemakkelijker gesteld dan beantwoord. Er zijn namelijk talloze soorten sloten op de markt aanwezig die allemaal weer anders werken. In de kern werken de meeste sloten echter ongeveer hetzelfde. We zullen die werking kort uitleggen.
De binnenkant
Allereerst kunnen we een slot opdelen in de kern, wat de cilinder wordt genoemd, en de behuizing, wat het beslag wordt genoemd. De kern zorgt ervoor dat bij een klassiek deurslot de nachtschoot niet geopend kan worden wanneer het slot geactiveerd is.
In de cilinder zijn een aantal pennen aanwezig. Het gaat vaak om circa 8 pennen. Deze pennen zijn in tweeën verdeeld, elk op een andere positie. Totaal zijn er dus 16 pennen die elk van lengte verschillen. Met een sleutel kunnen de pennen op een dusdanige manier worden opgelicht, dat de rand van het ronddraaiende gedeelte (waar de sleutel in wordt gestoken) in de cilinder kan draaien.
Wanneer er een foute sleutel in het slot wordt gestoken, zullen de posities waar de pennen zijn doorgezaagd niet aansluiten bij de rand van het ronddraaiende gedeelte, waardoor de sleutel niet rond kan draaien in het slot.
Hoe meer pennen er in het slot aanwezig zijn, hoe lastiger het is om de sleutel na te maken en hoe lastiger het is om met bepaald gereedschap het gedrag van de sleutel na te bootsen.
De buitenkant
Bovenstaande doet misschien denken dat enkel de binnenkant zorgt voor de veiligheid van het slot. Dat is echter geenszins het geval. De buitenkant zorgt ook voor een wezenlijke bijdrage aan de veiligheid van het slot. Zo is een cilinder op zichzelf bijvoorbeeld kwetsbaar voor kerntrekken, waarbij met grof geweld de cilinder wordt gesloopt en de deur geopend kan worden. Het beslag kan dit voorkomen en is daarom minstens zo belangrijk.
Onze slotenmaker kan u vrijblijvend advies over sloten en inbraakbeveiliging verschaffen.
